Vrij en Blij



Voor de gewone man, zoals ik, ligt het voor de hand om wanneer we onze buren niet mogen, we een hek op de grens van ons domein bouwen.

We geven daarmee een duidelijke boodschap af: “Ik wens niets met je te maken hebben”. “Waarom”, daar gaan we liefst niet op in. “Als je dat niet weet, zoek je het maar uit”.

Iedereen bepaalt dus zelf waarom er paal en perk aan een relatie gesteld wordt. De één verzint het en de ander interpreteert het.

“Hoe” het verder moet, is afhankelijk van de interesse of onverschilligheid van de beide partijen. Het blijkt meestal niet zo eenvoudig om elkaar te negeren. Een gezamenlijke doorgang, geluid-, of stankoverlast en vooral boedelverdelingen in geval van familiebanden.

De directe relaties tussen twee partijen binnen één samenleving verbreken is eenvoudig. Misschien niet altijd zonder gevolgen voor het directe milieu, maar met wat mediatie en eventueel arbitrage, altijd mogelijk. De structuren en faciliteiten van de maatschappij maken dat mogelijk.

De doelstelling van de maatschappij is continuïteit als eerste behoefte van alle burgers. Continuïteit van een consistente samenleving waarin vrijheid van meningsuiting, onafhankelijke rechtspraak en gelijke mensenrechten, de hoogste waarden zijn.

Het handhaven en bevorderen van de belangen van alle burgers zijn de doelstel-ling van de maatschappij. De individuele behoeften van het individu zijn daaraan ondergeschikt. Ze kunnen dus alleen in het kader van de doelstelling van de maatschappij bevredigd worden.

Wanneer ik samen met mijn buren vind, dat we niets te maken hebben met de rest van de samenleving, en dat we zelf wel zullen bepalen wat we doen en hoe we leven, doen wij de doelstelling van onze maatschappij geweld aan.

We geven te kennen niet langer deel van alle burgers te zijn. Althans wij keren haar de rug toe en eisen een deel van het algemeen bezit als exclusief voor onszelf op. De andere burgers ontzeggen wij het genot van een deel van het algemeen bezit. De rechtmatigheid hiervan is voor de andere burgers niet onomstreden en eenzijdige afscheiding kan rekenen op tegenactie.

Voor de gewone man is het vanzelfsprekend, dat verlating van de maatschappij met toeëigening van maatschappelijk eigen-
dom niet ongestraft kan gebeuren. Het eer-
ste is een belediging en het tweede diefstal.

Soms vindt de rest van de samenleving, dat zij ons niet langer kan gebruiken en dumpt ons dan wegens overcompleet.

Meestal met een paar stuivers in de hand om een nieuw bestaan te beginnen of het waardeloze voort te zetten.

Hoe verder ik voorop sta bij de uitreiking, hoe sterker mijn ellebogen en groter mijn hand, hoe beter ik af ben. Misschien voldoet het bedrag zelfs om elders een nieuw bestaan op te zetten. En dan ben ik spek-koper. Ooit kom ik weer terug en zal dan mijn deel dat ik niet mee kon nemen, opeisen.

Wanneer het zover is, zal ik geroemd worden om mijn succes en dat ik mijn buren nooit vergeten ben.

Part 2

Nederlandse edelen verlieten ooit met inbegrip van land en levende have Spanje. Ze waren een goed voorbeeld voor de Spaanse en Engelse hijos de algo y nada in Amerika, die hun economisch eigenbelang boven dat van hun moederlanden stelden.

De hebzucht en het superioriteitsgevoel van de veroveraars en bezetters van Noord-Amerika gaf hen de vrijheid om etnische zuivering en transplantatie toe te passen. In Zuidamerika vaardigde San Martin, de bevrijder van Peru, een verordening uit waarin alle Quechua sprekende indianen tot Peruanen werden gedoopt. Overal in de Nieuwe Wereld werden vanaf het einde van de achttiende eeuw de banden met de oorspronkelijke bezetters verbroken. De oorspronkelijke bewoners speelden echter, weinig of geen rol in het ontstaan van de nieuwe staten van de blanke creoolse bevolkingen.

Na de tweede wereldoorlog was het dui-delijk dat het koloniale tijdperk voorbij was. Te duur voor de kolonisten en te aantrekkelijk voor imperialisten. De zinnigheid van staatkundige zelfstandigheid wordt bepaald door de economische haalbaarheid. Of misschien beter gezegd: het belang van de sterkste belanghebber.
Evenals de zinnigheid van zelfstandigheid is de zinnigheid van samengaan het wederzijds economisch belang. Besluiten tot het samenvoegen van grondstoffen, productie en markten m.a.w. het bundelen van krachten, is wellicht eerder verstandelijk bepaald dan het afscheiden.

De bevrediging van de behoefte aan isolationisme is aan weinigen voorbehouden. In alle gezonde relaties staat wederkerigheid centraal. De bereidheid om relaties met een autarkische maatschappij te onderhouden, zal dan ook erg gering zijn. Noord Amerika had zich in de achttiende eeuw weliswaar ontdaan van de staatkundige banden met Europa, maar de economische relatie versterkte zich in de daarop volgende eeuw.

De vrije handel reguleert de relaties tussen landen vanzelf. De kennis, de ar-
beidseenheden en het kapitaal vloeiden van Europa naar Amerika en de producten van Amerika weer naar Europa.

Met het einde van het mercantilistische tijdperk verdween ook het belang van de Caribische zee voor Noord Amerika. Pellican Bay remained far away.

Dankzij de productie van aardolie in Mexico en Venezuela kwam de aandacht voor het Caribisch deel van Amerika. Na gedane arbeid en gestimuleerd door consumptiekrediet ontwikkelde zich de behoefte aan toerisme. Luieren met entertainment en service with a smile tegen de laagste prijs. Na de Latin holiday de Caribbean cruise. Thuis blijft het behelpen.

Het is niet opmerkelijk, dat de traditionele afhankelijkheid van de Caribische samenlevingen voort blijft bestaan. Men accepteert of kiest voor de staatkundige status van zelfstandigheid en ontwikkelt op generlei wijze een eigen duurzame economie.

Zelfstandigheid is solo vlucht, maar impliceert geen onafhankelijkheid.

Enjoy your freedom: don’t worry, be happy!