Gelijktrekking basisrechten is ‘conditio sine qua non’



Gelijktrekking op alle gebieden is technisch niet mogelijk. De economische realiteit dwingt tot zekere aanpassingenOnze kleine eilanden zullen immers nooikunnen opklimmen naar het niveau van de Nederlandse economie. Er is een correlatie tussen de hoogte van het minimumloon en het economisch niveau. Wat betreft het minimumloon is een aanpassing dan ook waarschijnlijk onvermijdelijk

Texel
Texel produceert ook niet op gelijk niveau met Noord-Holland, maar wordt toch tot volledig gelijk niveau opgetrokken. Bonaire in de nieuwe situatie kan met Texel worden vergeleken. Het gelijkheidsbeginsel houdt in: ‘Gelijkheid in gelijke gevallen, maar ongelijkheid naar de mate van het verschil’. Dit klinkt als ‘Some animals are more equal than others’, maar dat is het niet. Om een heel sprekend voorbeeld te noemen: ‘Een zwakbegaafd persoon heeft geen gelijk recht op een universitaire opleiding als een hoogbegaafd persoon’.

Bonaire wordt niet een ‘gemeente’ van Nederland en zal een veel grotere autonomie hebben dan de gemeente Texel. Ook zal er geen provincie tussen Nederland en Bonaire in komen. Er zijn dus verschillen. Blinde toepassing van het gelijkheidsbeginsel kan daarom niet. Toch heeft het gelijkheidsbeginsel voor Bonaire wel inhoud. Het heeft zelfs cruciale inhoud, ook wanneer aangepast wordt om aan de feitelijke verschillen recht te doen.

Aanpassingen gelijkheid naar de mate van het verschil
Sommige ‘kleine eilanden nadelen’ kunnen worden gecompenseerd door steunmaatregelen, zoals in de EU ook gebeurt. Bonaire’s nieuwe band met Nederland is echter niet vergelijkbaar met de onderlinge band tussen de EU-landen. Bonaire zal worden erkend als integraal deel van Nederland. De Europese landen hebben daarentegen een associatieve band met elkaar. In de EU hanteert men dan ook niet het beginsel van gelijkheid, maar het beginsel van ‘cohesie’.

Bonaire’s nieuwe band met Nederland is vergelijkbaar met die van de gemeente Texel. De Ned. Grondwet wordt dan ook van toepassing in Bonaire. Art. 1 van die Grondwet (het gelijkheidsbeginsel) wordt daarmee ook van toepassing. Gelijktrekking van (economische en sociale) basisrechten tussen Nederland en Bonaire vloeit daaruit in principe voort.

Saba
Saba is echter van mening dat de Slotverklaring geen integratie inhoudt. Volgens Saba is sprake van een associatief verband, vergelijkbaar met de band tussen 2 EU-lidstaten onderling. Saba aanvaardt ook de consequentie daarvan - nl. geen gelijktrekking van basisrechten.

Dit compliceert de zaak. Er was nooit eenheid tussen de 6, daarna niet tussen de 5 en nu zelfs niet tussen de K3. Wij hebben ons zelf weer eens in de slechts denkbare onderhandelingspositie gemanoeuvreerd. Zullen wij het dan nooit leren?

Curaçao’s werkelijke pijn is de ongelijkheid
Curaçao ligt dwars over de slotverklaring. De werkelijke reden daarvoor is ongelijkheid.

Curaçaoenaars willen Caribische Nederlanders zijn, als hun gelijkheid maar wordt erkend. Zij hebben dan ook recht te klagen over hun slotverklaring. Niet zozeer vanwege de inhoud, maar vanwege het feit dat hij niet zal leiden tot gelijkheid in het Koninkrijk.

Inderdaad heeft Curaçao in dit opzicht bij referendum eigenlijk ‘dom’ gekozen. Wij hadden dit probleem in de Antillen ook samen moeten aanpakken om meer kracht te hebben. Maar als Bonaire niet was begonnen, dan zouden we nooit tot dit punt gekomen zijn. Nu komt de werkelijke pijn aan het licht en kan worden opgelost.

Hoe nu verder?
Bonaire zal dus eerst met Saba en Statius moeten gaan praten om deze kwestie (gelijktrekking basisrechten) onderling tot klaarheid te brengen. Eendracht maakt macht. Vervolgens zal in goed overleg met Nederland het gelijkheidsbeginsel moeten worden geherformuleerd, zodat het recht doet aan wat mogelijk en redelijk is, met erkening van de verschillen tussen Nederland en de Antillen die er inderdaad zijn. Als beginsel dient het echter onvoorwaardelijk te worden erkend, met een ‘commitment’ om gelijktrekking (met onvermijdelijke aanpassingen) te verwezenlijken binnen een vooraf bepaald tijdsbestek (geen ‘open eind’ belofte).

Het geherformuleerde gelijkheidsbeginsel zal vervolgens ook voor Curaçao, Aruba en St. Maarten hebben te gelden. Want weliswaar heeft Curaçao door onwetendheid van haar leiders ‘verkeerd’ gekozen, het Curaçaose volk behoort daarvan niet de dupe te worden. Curaçao heeft ook in de huidige verhoudingen reeds recht op (aangepaste) gelijktrekking, maar Nederland heeft dit tot nu toe nooit willen erkennen. Daar zit de pijn!

Als we de angel van de ongelijkheid niet verwijderen uit het Koninkrijk, zullen de landen in het Koninkrijk nooit goed kunnen samenwerken. En terecht niet. Gelijkheid is een principe sine qua non, waarover anno 2007 eigenlijk niet hoeft te worden onderhandeld. Het moet worden erkend. We hebben een historische kans om dit nu voor elkaar te krijgen. Als we het nu niet doen, moeten we weer 50 jaar wachten met wederom 50 jaar dubieuze samenwerking.