NIEUWE CONSTITUTIE CURAÇAO



De stem eens roepende ...
Een van de weinige mensen die het wel wat uitmaakt is mr. drs. Berry Scheperboer. Hij spant zich tot het uiterste in om van deze gelegenheid gebruik te maken om iets goeds voor Curaçao neer te zetten. Een nieuw en verbeterd fundament. Een eigen constitutie, waarmee Curaçao voor lange tijd uit de voeten kan. Niet klakkeloos overnemen van Nederland, maar zelf iets produceren dat echt nieuw en beter is.

Helaas krijgt hij maar weinig bijval. ARCO waardeert zijn werk en inzet zeer, maar kan slechts af en toe wat weerwoord geven. Niet met alle ideeën zijn we het eens (bijv. de notie ‘Land Curaçao’ is onjuist; dat moet - naar onze mening - zijn ‘Federale deelstaat Curaçao’), maar in de volgende artikelen voor een Nieuwe Constitutie kan men zien dat hier ideeën worden neergezet die - als ze aanvaard werden - Curaçao zouden funderen als een democratisch model in vele opzichten. Dit is kracht, dit is innovatief. Het zou zonde zijn, als dit zomaar werd weggegooid.

Wij hopen dat deze aandacht voor zijn werk (dat we niet publiceren om onze ‘leesdichtheid’ te verhogen!) anderen zal aanzetten hem te helpen. Mr. Carlos Dip, bijvoorbeeld, en andere staatsrecht-juristen (vooral als ze met pensioen zijn en dus tijd hebben!!) zouden kennis moeten nemen van deze zeer waardevolle ideeën. In het belang van de opbouw van een betere toekomst (we zouden zelfs kunnen zeggen de ‘reconstructie’) van Curaçao!

Hieronder het eerste hoofdstuk van een Nieuwe Constitutie voor Curaçao, zoals door dhr. Scheperboer als ‘eerste draft’ geconcipieerd.

NIEUWE CONSTITUTIE.

HOOFDSTUK 1
De rechten van de burgers.

Artikel 1
1) Eenieder die op Curaçao leeft is vrij, en gelijk in waardigheid en rechten. Niemand kan tegen zijn wil verbonden zijn. Eenieder is gehouden zich zijn naaste aan te trekken.
2) Op de fundamentele vrijheden en rechten van mensen kan niet anders dan bij wet inbreuk worden gemaakt.
3) Zodanige inbreuk kan niet in strijd zijn met de normen van menselijke waardigheid vastgelegd in enige bepaling van internationaal verdrag, conventie of recommendatie.
4) Op de onderscheiden vrijheden van informatieverwerving en informatie-verspreiding, van meningsvorming en meningsuiting kan geen inbreuk worden gemaakt.
5) Minderjarigen genieten de bijzondere bescherming van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

Artikel 2
1) Aan eenieder die zich metterwoon op Curaçao vestigt komt burgerschap toe.
2) Aan het burgerschap zijn rechten en verplichtingen verbonden, welke bij wet worden vastgesteld.
3) De wijze en voorwaarden van verkrijging van burgerschapsrechten wordt bij wet geregeld.
4) Zodanige voorwaarden kunnen niet in strijd zijn met de normen van menselijke solidariteit vastgelegd in enige bepaling van internationaal verdrag, conventie of recommendatie.

Artikel 3
1) De burgers vormen binnen het Koninkrijk de Nederlanden een autonome rechtsorde onder de naam “Land Curaçao”.
2) Het Land Curaçao is een monarchie onder het Huis van Oranje. De Koning is staatshoofd. In zijn naam wordt rechtgedaan.
3) De rechtstatelijkheid van het Land Curacao wordt gewaarborgd op de wijze in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden voorzien.
4) De zorggebieden van de organen van het Land Curaçao worden in deze grondwet bepaald. Aan die landsorganen komen geen bevoegdheden en taken toe anders dan die bij wet nader geregeld.

Artikel 4
1) De burgers hebben het recht van volksraadpleging, het recht van afzetting, het recht van rechterlijke toetsing en het recht van initiatief.
2) De wijze van geldend maken van welke onderscheiden rechten nader bij wet wordt geregeld. Het in de artikelen 5, 6, 7 en 8 onderstaand bepaalde wordt daarbij in acht genomen.

Artikel 5
1. Bij wet worden regels gesteld omtrent het schriftelijk verzoek tot het houden van een volksraadpleging.
2. Een volksraadpleging wordt gehouden, indien vijf ten honderd van de burgers terzake van een nauwkeurig omschreven onderwerp van openbare orde zulks schriftelijk heeft verzocht en het parlement bij meerderheid van vrije stemmen heeft besloten dat zodanig onderwerp uitstijgt boven het partijbelang.
3. Een parlementsbesluit bedoeld in vorig lid is vatbaar voor rechterlijke toetsing.
4. Een onpartijdig en onafhankelijk bijzonder orgaan is belast met het formuleren van de vraagstelling en het organiseren van het referendum.
5. Dat orgaan stelt het budget vast, heeft het alleenrecht op publicatie van opinie-peilingen en heeft voorlichtingsautoriteit.

Artikel 6
1) Bij wet worden regels gesteld omtrent de afzettingsprocedure ten aanzien van de gouverneur, van een minister, van een statenlid of van een rechter.
2) De afzettingsprocedure vindt plaats in het openbaar. Een onpartijdig en onafhankelijk bijzonder orgaan beslist omtrent afzetting na hoor, wederhoor en bewijsvoering.
3) Afzetting geschiedt ingeval een gezagdrager schuldig wordt bevonden aan één of meerdere van de volgende afzettingsgronden:
a) veroordeling wegens misdrijf,
b) onrechtmatige of ondoelmatige aanwending van openbare gelden,
c) misbruik van macht of misbruik van vertrouwen.
4) De afzettingsprocedure vindt aanvang, indien minimaal één derde van de leden van het parlement het vermoeden uitspreekt dat een gezagdrager zich schuldig heeft gemaakt aan één of meerdere der afzettingsgronden, of indien vijf ten honderd van de burgers daartoe een petitie heeft ingediend.
5) Een commissie uit de voor afzetting stemmende parlementsleden treedt op als aanklager, een commissie uit de tegen afzetting stemmende parlementsleden als verdediger.
6) Indien de afzettingsprocedure aanvang heeft gevonden op verzoek van burgers, benoemen degenen die het petitie-initiatief hebben genomen een commissie die optreedt als aanklager en de beschuldigde gezagdrager een commissie die optreedt als verdediger. De kosten zijn voor het Land.
7) Een eenmaal afgezette gezagdrager kan geen gezagdrager meer zijn.

Artikel 7
1) Wetten zijn noodzakelijk, doelmatig en rechtmatig. Hun vaststelling of hun intrekking worden onder openbaarheid zorgvuldig voorbereid. Zowel de voorbereidings-, alswel de intrekkingsprocedures worden bij wet geregeld.
2) Wetten zijn voorwerp van rechterlijke toetsing, de rechtsingang waartoe bij wet wordt geregeld.
2) Het recht derogeert aan de wet.
3) De rechter toetst zowel beschikkingen als besluiten met algemene werking aan deze grondwet en aan eenieder verbindende bepalingen in verdragen, conventies en recommendaties.
4) De toetsing geschiedt zonder enige terughoudendheid, behoudens marginale toetsing aan de doelmatigheid.
5) Rechtsweigering is verboden.

Artikel 8
1) Een burger heeft het recht bij het parlement een verzoek in te dienen en op dat verzoek gemotiveerd antwoord te krijgen. Hij kan zich daartoe laten bijstaan door een bijzonder gemachtigde.
2) De wijze van indienen en de afhandelingsprocedure wordt bij wet geregeld.

Artikel 9
1) Meerderjarige burgers hebben het recht leden van Landsorganen te kiezen en tot lid van zodanig orgaan te worden gekozen.
2) Bij wet worden de voorwaarden en omstandigheden bepaald waaronder het kiesrecht wordt opgeschort, geschorst of ontnomen.
3) Ontzetting uit het kiesrecht geschiedt niet anders dan op grond van de wet bij rechterlijk bevel.